Rimski-Korsakovs werk is een fantasievol sprookje, en tegelijkertijd ook een parabel over onderdrukking en politieke arrogantie. De wens van het boerenmeisje Fevronja om de stad Kitesj onzichtbaar te maken en hem zo te beschermen tegen de inval der Tataren wordt op magische wijze verhoord. Het meisje zelf wordt echter gevangen genomen. Als haar tegenstander de klokken van de onzichtbare stad hoort, raakt hij aan waanzin ten prooi. Zelf weet zij alsnog de toegang tot Kitesj te vinden, en de stad blijkt een waar paradijs te zijn. Fevronja wordt met de in de strijd gevallen vorstenzoon Vsevolod in de echt verenigd en kan ook haar vijand vergiffenis schenken. Door middel van leidmotieven en zeer expressieve klankschilderingen vertelt de muziek welhaast autonoom het verhaal van de handeling, waaraan een pantheïstisch wereldbeeld ten grondslag ligt. Grootse massascènes contrasteren met een innerlijke handeling die verwant is aan de muziekdrama?s van Richard Wagner.?De opera spreekt in beeld n en gelijkenissen. Op deze manier wordt aan de emotionele religiositeit van de personages meer recht gedaan dan bij een dramatische dialoog van traditionele snit het geval zou zijn.? - Robert Braunmüller