Tijdens het zinderende, uitverkochte en intieme concert vorige maand in de Amsterdamse Tolhuistuin (Paradiso Noord) speelde de Malinese zangeres, songwriter, gitarist, filmster en stijl-icoon Fatoumata Diawara al een flink aantal van haar nieuwe tracks. Eindelijk is er zeven jaar na haar magnifieke debuutplaat “Fatou” de opvolger. De tegenwoordig in Parijs woonachtige Diawara is uitgegroeid tot een zelfverzekerde superster. Ze staat symbool voor de moderne Afrikaanse vrouw in vrijheid, die opkomt voor haar zelf, haar toekomst en de universele maatschappelijke waarden. Ze gaat respectvol om met haar roots, maar kiest ook duidelijk haar eigen weg in de moderne wereld. Naast een aantal ingetogen liedjes, die meer herinneren aan “Fatou”, is er vooral veel ruimte voor vrolijke, energieke en stevig swingende Afro-Beat ritmes. Op “Fenfo” (“Something To Say”) wilde de bevlogen en maatschappelijk betrokken diva niet in de Engelse en/of Franse, maar in haar eigen taal blijven zingen, doch wel een moderne sound. Die kreeg ze door samen te werken met de zeer bekende Franse zanger/producer Matthieu “M” Chedid. Hij won vorig jaar een Franse ‘Best World Music Album’ Grammy voor zijn “Lamomali”-cd, waar ook Diawara op te horen was. Op de 11 tracks van “Fenfo” toont Fatoumata haar eerbied aan het Afrikaanse muzikale erfgoed, maar gaat ze ook het experiment niet uit de weg. De sound is van deze tijd en ze klinkt bovenal gedreven, opzwepend, strijdbaar en eigenzinnig. Ze is een moderne schrijfster van liedjes over tijdloze onderwerpen als liefde, familie, respect, migratie, armoede, uitzichtloosheid, nederigheid en het scheppen van een betere wereld voor de toekomst.